Huurinhouding: van doe-het-zelf naar doe-het-niet-zomaar
door Roos van Zanten - 4 juli 2025
Was het ooit nog eenvoudig om huur in te houden op het minimumloon? Vanaf 2026 is het gedaan met dat gemak. De overheid timmert aan een nieuwe regeling en jij moet mee met de verbouwing.
Deze afbouwregeling is bedoeld om de afhankelijkheid van medewerkers van hun werkgevers te verminderen en om een mogelijk verdienmodel voor werkgevers, waarbij onredelijk hoge bedragen worden ingehouden, te beëindigen. Deze maatregel heeft daarnaast tot doel dat de medewerker de vrije beschikking krijgt over het volledige wettelijk minimumloon (WML). Het is vervolgens aan de werknemer om vrijelijk te beslissen hoe hij dit loon besteedt.
De verbouwing is aangekondigd, dus nu is het tijd om naar de bouwtekening te kijken. Want achter deze beleid make-over van de regering zit een strak meetlint van bedragen, jaarschijven en regels die je als werkgever niet wilt missen. Vanaf 2026 mag je namelijk niet meer zomaar huur inhouden op het minimumloon, en de speelruimte wordt stukje bij beetje afgebroken.
.
De kamer en de inhouding
Stel; Jan runt een klein café en biedt zijn medewerker(s) een kamer aan. Tot nu toe trok hij daar gewoon een vaste vergoeding van af van het minimumloon. Eenvoudig, dacht hij. Tot hij zich afvroeg: “Mag ik eigenlijk wel zoveel inhouden? En hoe zit dat met de regels die eraan zitten te komen?”
Jan wil vooral voorkomen dat hij straks per ongeluk te veel inhoudt, want dat levert niet alleen een ontevreden medewerker op, maar ook problemen met de inspectie. Tijd om nu alvast duidelijkheid te krijgen over wat wel en niet mag.
Met die vraag van Jan in gedachten, duiken we nu in wat er precies verandert met de afbouwregeling van de huurinhouding op het wettelijk minimumloon (WML) vanaf 2026. Welke bedragen mag je straks nog inhouden? En hoe voorkom je dat je onbewust tegen de nieuwe regels aanloopt?
We zetten de belangrijkste cijfers en voorwaarden overzichtelijk voor je op een rij zodat jij als werkgever straks niet voor verrassingen komt te staan.
2026: het startschot
• Maximale inhouding voor huur: nog 25% van het WML (netto), zoals nu.
• Maar: vanaf 1 januari 2026 wordt het afbouwtraject ingezet. Dit is het laatste jaar waarin je dit volledige percentage nog mag hanteren.
2027: de eerste sloopdag
• Maximale inhouding daalt naar 20% van het WML.
• Werkgevers moeten dus 5 procentpunten extra loon vrijlaten voor medewerkers.
2028: verder afbouwen
• Inhouding wordt verder beperkt tot 15% van het WML.
• Voor veel werkgevers betekent dit: herberekenen van de huisvestingskosten of bijpassen via andere constructies.
2029: bijna op de begane grond
• Nog slechts 10% van het WML mag worden ingehouden voor huur.
• Striktere controle op voorwaarden, waaronder schriftelijke toestemming van de werknemer.
2030: fundament bereikt
• Maximale inhouding: 5% van het WML.
• Dit is het structurele eindpunt van de afbouwregeling.
• Alles daarboven moet dus op een andere manier worden geregeld of gefinancierd.
Extra voorwaarden die blijven gelden:
• Schriftelijke toestemming werknemer verplicht.
• Huisvesting moet voldoen aan de SNF-normen.
• Alleen inhouding toegestaan bij een directe relatie werkgever–medewerker (dus geen onderverhuur via derden).
.
Wat kun je nu al doen?
• Check je huidige inhoudingspraktijk. Houd je het bij de maximale 25%? Of zit je daar al onder?
• Bekijk je huisvestingskosten. Kun je deze op termijn verlagen, of moet je ze anders financieren?
• Informeer je medewerkers. Transparantie voorkomt scheve gezichten straks.
• Overweeg alternatieven. Zoals het aanbieden van huisvesting los van het loon of via een derde partij (maar let op: dat heeft z’n eigen regels).
En het allerbelangrijkste: wacht niet tot de sloopkogel al zwaait. Hoe eerder je inspeelt op de nieuwe regels, hoe minder stress straks in 2026 (en daarna).
PersonPlus spant zich in om de inhoud van haar blogs zo actueel mogelijk te houden. Ondanks deze zorg en aandacht is het mogelijk dat de inhoud onvolledig, verouderd en/of onjuist is. Er kunnen geen rechten aan de door PersonPlus verstrekte informatie worden ontleend. PersonPlus is niet aansprakelijk voor schade welke kan ontstaan als gevolg van onjuiste of incomplete informatie op de website.