Discriminatie en direct onderscheid op de werkvloer

Discriminatie en direct onderscheid op de werkvloer

Discriminatie op het werk komt helaas veel voor. Dit kan zijn tussen collega’s onderling, maar ook door de werkgever. Wanneer spreek je nu van discriminatie en direct onderscheid? En vooral: wat kun je eraan doen? Wij vertellen je er meer over.

 

Wanneer spreek je van discriminatie?

Discriminatie betekent dat er onterecht verschil wordt gemaakt tussen mensen. In artikel 1 van de Grondwet staat dat iedereen in Nederland gelijk moet worden behandeld. Discriminatie, op welke grond dan ook, is verboden. De volgende kenmerken zijn opgenomen in de Wet gelijke behandeling:

  • Afkomst en nationaliteit
  • Godsdienst en levensovertuiging
  • Geslacht
  • Leeftijd
  • Burgerlijke staat
  • Politieke overtuiging
  • Handicap of chronische ziekte
  • Hetere of homoseksuele gerichtheid
  • Vast of tijdelijk arbeidscontract
  • Voltijd of deeltijd werken

 

Direct en indirect onderscheid

Discriminatie is te onderscheiden in directe discriminatie (onderscheid) en indirecte discriminatie (onderscheid). Het verschil leggen we uit:

Direct onderscheid: hierbij wordt direct onderscheid gemaakt op een van de discriminatiegronden. Een voorbeeld van directe discriminatie is: wanneer iemand hetzelfde werk doet als een collega en de vrouwelijke collega minder betaald krijgt dan de man, omdat het een vrouw is. Dit is directe discriminatie op basis van geslacht. Direct onderscheid is verboden en kan wettelijk bestreden worden.

Indirect onderscheid: hierbij wordt er onderscheid gemaakt dat in eerste instantie neutraal lijkt, maar waarbij indirect toch gediscrimineerd wordt. Een voorbeeld: wanneer in een restaurant honden niet toegelaten worden, wordt indirect onderscheid gemaakt op grond van handicap. Zo kunnen/mogen mensen met een blindengeleidehond bijvoorbeeld niet naar binnen. Indirect onderscheid is alleen toegestaan als er een objectieve rechtvaardigingsgrond is. M.a.w. voor het onderscheid moet een goede reden zijn.

 

Bij de sollicitatieprocedure

Wanneer je een kandidaat afwijst of benadeelt wegens persoonskenmerken zoals geslacht, religie, politieke overtuiging of een eventuele beperking, dan is er in veel gevallen sprake van discriminatie. We behandelen een aantal specifieke gevallen.

Werving en selectie

Dit begint soms al bij het wervingsproces. Denk aan discriminerende functie-eisen in een vacaturetekst. Een werkgever mag bijvoorbeeld niet zonder goede reden een leeftijdseis in de tekst opnemen. Let dus op: “Wij zoeken een leuke jonge dame die ons administratief kan ondersteunen” is echt not done!

Zwangerschap

Maar ook zwangerschap of moederschap mag geen reden zijn voor afwijzing bij een sollicitatie. Vraagt de potentiële werkgever hiernaar? Dan hoeft de sollicitant niet te antwoorden. Als werkgever mag je ook sollicitanten niet afwijzen vanwege zwangerschap of een kinderwens.

Taaleisen

Wist je dat een werkgever ook niet zomaar taaleisen mag stellen in een vacature? Taaleisen kunnen namelijk mensen uitsluiten die bijvoorbeeld het Nederlands niet als moedertaal spreken. Echter, wanneer het essentieel is om de functie uit te kunnen voeren, zoals bij een arts, dan is het wel toegestaan om dit op te nemen. Een arts moet namelijk goed kunnen communiceren met patiënten. Maar voor veel banen, met name in lagere functies, is het meestal helemaal niet zo belangrijk of een kandidaat perfect Nederlands beheerst. Als werkgever moet je dus goed kunnen onderbouwen waarom een gestelde taaleis zo belangrijk is voor de functie.

Handicap op chronische ziekte

Een medewerker met een beperking die op een functie solliciteert moet in sommige gevallen wel melden dat hij/zij een beperking heeft. Het is lastig inschatten wanneer dit wel nodig is en wanneer niet. Van essentieel belang is om te weten of je als medewerker de functie goed kunt uitvoeren ondanks de beperking. Als dat het geval is, hoef je niks te melden. Is dit niet het geval of zijn aanpassingen in het werk nodig? Dan moet je dit als werknemer aangeven.

 

Op de werkvloer

Er zijn verschillende voorbeelden van leidinggevenden en collega’s die discrimineren op de werkvloer. Dit gebeurt vaak onbewust: er worden flauwe grapjes of opmerkingen gemaakt over je afkomst of seksuele geaardheid. Maar soms gebeurt dit ook bewust. Dit kan enorm vervelend zijn en als werknemer heb je recht op een werkplek zonder discriminatie. Werkgevers zijn hier verantwoordelijk voor. Word je als werknemer gediscrimineerd op de werkvloer? Dien dan eerst een klacht in bij de werkgever of vertrouwenspersoon. Zij zijn verplicht om klachten zorgvuldig te behandelen.

 

College voor de Rechten van de Mens

Wanneer de werkgever niets of onvoldoende doet, kan de medewerker bij het College voor de Rechten van de Mens een zaak starten. Het college doet onderzoek naar de klacht en spreekt er een oordeel over uit. Dit oordeel is niet bindend, maar wordt over het algemeen wel opgevolgd. Voordat de medewerker een klacht indient bij het College voor de Rechten van de Mens is het verstandig om bewijzen te verzamelen, zoals getuigenverklaringen van collega’s.

PersonPlus spant zich in om de inhoud van haar blogs zo actueel mogelijk te houden. Ondanks deze zorg en aandacht is het mogelijk dat de inhoud onvolledig, verouderd en/​of onjuist is. Er kunnen geen rechten aan de door PersonPlus verstrekte informatie worden ontleend. PersonPlus is niet aansprakelijk voor schade welke kan ontstaan als gevolg van onjuiste of incomplete informatie op de website.